De grote renovatie van het Binnenhof speelt zich af binnen de zero-emissiezone in Den Haag. Voorwaarde voor aannemers is om zo veel mogelijk emissieloos te werken. Heijmans is een van de vier grote aannemers van deze omvangrijke renovatie en is verantwoordelijk voor de Eerste Kamer en de Raad van State. Bauke van der Goot, procesmanager bij Heijmans, legt uit hoe het voldoen aan deze emissievoorwaarden in z’n werk gaat.
Elektrische krachtpatsers
‘Eén van de eerste werkzaamheden was het versterken van de fundering. Soms moesten we daarvoor het gebouw iets opkrikken. Daar is groot materieel voor nodig. We maken gebruik van elektrische heftrucks, grote accu’s, een eigen bouwstroomnetwerk die speciaal is aangelegd voor de renovatie met eigen transformatorhuisjes en elektrisch transport via een hub (een tijdelijke opslag van materialen). Voor dit project hebben we ook materieel moeten ombouwen, als dat lukt geeft dat echt een kick! Werken aan deze renovatie is een proeftuin voor de toekomst.
Verstandige keuzes
Onze onderaannemers moeten voldoen aan de emissie-eisen die op deze plek gelden en dat is soms wel een uitdaging. We zijn ambitieus, en denken in oplossingen. Heijmans wil in 2030 een emissieloos bouwbedrijf zijn. Elektrisch werken vraagt wel wat meer planning, bijvoorbeeld qua opladen van het materieel. Er is een mate van onvoorspelbaarheid in het verbruik. Maar inmiddels gaat het steeds makkelijker. Soms moeten we kiezen voor kleinere hoeveelheden bouwmateriaal, die dagelijks via elektrisch vervoer worden aangevoerd, in plaats van de hele voorraad in één keer laten leveren met een grote dieselvrachtwagen. Ook dat gaat in de praktijk heel goed.
Voelbare rust
Een groot voordeel is dat we qua geluid ook in de nacht kunnen bouwen. Omwonenden ervaren daardoor minder overlast van geluid en dieseldampen. En het doet ook iets met het gemoed van de werknemers. Er heerst meer rust op de bouwplaats, werknemers komen spontaan op de fiets in plaats van met hun werkbus, die ze meestal ver weg moeten parkeren.
Samen vooruit
Onze collega-aannemers werken ook zo veel mogelijk elektrisch. Elk vakmanschap vraagt andere oplossingen. Iedereen heeft een eigen strategie, maar we zijn een inspiratie voor elkaar. Er ontstaan samenwerkingen waarin we elkaar versterken. Hoe deze vooruitgang zich verder zal gaan ontwikkelen? In de toekomst verwacht ik naast de elektrificatie ook waterstof- en hybride toepassingen. Of mijn voorspelling uitkomt zal de toekomst uitwijzen. Tot die tijd werken wij vol vertrouwen aan onze emissieloze ambitie in 2030.’